In de periode 1980 – 2005 toen ik mij in Ghana bevond kwamen er steeds meer vrienden en bekenden uit de bredere kring van geëngageerde mensen op bezoek in Ghana. Op een of andere manier waren zij betrokken bij de vraagstukken van armoede, rechtvaardiger verhoudingen en mensen die culturele belangstelling hadden voor Afrika. Het huis stond altijd voor hen open. Ken Carbonu, toen nog een beginnend student, was daar al heel vroeg door contacten met mij bij betrokken.

 

Toen ik in 1995 Ghana verliet vanwege oogproblemen ging die ontwikkeling gewoon door en waren Ken en zijn vrouw Emefa in staat die mooie lijn van interculturele contacten voort te zetten. Het was bijna een vanzelfsprekendheid geworden voor hen. Enkele mensen hebben zelfs een paar jaar bij hen gewoond en zijn daar werkzaam geweest.

 

Intussen was ik terecht gekomen in Rotterdam en begon ik in te zien hoe belangrijk interculturele contacten zijn voor de toekomst van onze wereld. De visie die ten grondslag lag aan het werken met gegevens van interculturaliteit was dat meer intensieve contacten gepaard dienen te gaan met beter begrip voor en respect voor elkaars cultuur, godsdienst en gewoonten. Dat vraagt om persoonlijke contacten met vertegenwoordigers van andere culturen.

 

 
     

 

 

 

 
 

Tijdens vakantieperiodes in Ghana waar ik merkte dat mijn gezichtsvermogen stabiel bleef en ik mij goed kon bewegen, groeide het verlangen om na mijn Rotterdamse periode naar Ghana terug te keren. Van de kant van Ken en Emefa was er een gevoel van vanzelfsprekendheid dat zij mij graag een plek wilden geven in hun gezin.

 

Een neef van mij, Patrick Visser, die voor het eerst samen met zijn vrouw Ilse op bezoek was in Ghana, was getuige van de warmte en vriendschap die de vele relaties tekende en die na een paar dagen opmerkte: “Jij hoort hier gewoon thuis, jij komt hier tot leven!”

 

Dat werd het begin van de terugkeer. En moesten er plannen gesmeed worden. Een stuk grond zien te krijgen, accommodatie verzorgen om in de nabije toekomst in Ghana te kunnen wonen en mensen te kunnen ontvangen die van dichtbij willen omgaan met mensen aan de basis in Ghana’s rijke en gevarieerde bevolking.

 

 
             
 

 

In Rotterdam had ik Dhr. en Mevr. Koos en Adri Batist leren kennen. Zij hadden al eens een bezoek gebracht aan Tanzania en Koos wilde dolgraag zijn technische kennis aanwenden om iets op te zetten in Afrika. Met hem en zijn vrouw zijn wij in zee gegaan.

 

Koos maakte bouwplannen en jaarlijks zijn wij samen afgereisd om er voor een maand aan de bouw van de woonvoorzieningen te werken samen met wisselende groepjes lokale vaklui.

 

De woonruimtes voor de familie Carbonu en mijzelf zijn onder dak en vragen nog om inrichting en aan het gastenverblijf wordt nog gewerkt. Voorlopig kunnen bezoekers bij ons allen intrekken en delen wij de ruimtes zo goed mogelijk.

 

Ghana is een prachtig land, de moeite waard om er rond te gaan kijken. Daar zullen mogelijkheden voor zijn maar waar het ons in het bijzonder om gaat is dat u dichter bij de situatie van mensen en de mensen zelf komt te staan. Dan groeit er iets moois van onderling begrip en respect en deze zijn voorwaarden om in een breder verband te zorgen voor rechtvaardiger verhoudingen wereldwijd.

 

Oyarifa wacht op u en wil u graag nieuwe en verrassende perspectieven bieden.